pila

Uit WikiWoordenboek

Italiaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·la

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
pila pile

pila v

  1. (elektronica) batterij
  2. stapel
Synoniemen


Kroatisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

pila

  1. (gereedschap) zaag

Meer informatie


Servo-Kroatisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

pila

  1. (gereedschap) zaag

Meer informatie


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·la
enkelvoud meervoud
pila pilas

Zelfstandig naamwoord

pila v

  1. (elektronica) batterij
  2. (religie) doopvont
  3. stapel
Synoniemen

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·la

Zelfstandig naamwoord

pila v

  1. (gereedschap) zaag
  2. houtzagerij
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Meer informatie

Werkwoord

pila

  1. vrouwelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord pít: (ze) dronk
  2. onzijdig derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord pít: (ze) dronken
  3. vrouwelijk enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord pít
  4. onzijdig meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord pít
Typische woordcombinaties