pikzwarte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pik·zwar·te

Bijvoeglijk naamwoord

pikzwarte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van pikzwart
     Zijn oude wolfshuid kwam goed van pas wanneer het werk in de pikzwarte ochtend begon met het verwarmen van het hout.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142