pijpleiding

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pijpleiding    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pijp·lei·ding

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  pijp  en  leiding 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pijpleiding	pijpleidingen
verkleinwoord	pijpleidinkje	pijpleidinkjes

Zelfstandig naamwoord

de pijpleiding v

1. (techniek) samenstel van pijpen om vloeistoffen of gassen door te leiden

Synoniemen

• buisleiding, leiding

Hyponiemen

• gaspijpleiding, oliepijpleiding

Verwante begrippen

afvoerleidingsysteem benzineleiding brandstofleiding brandstofleidingsysteem buis buistransport

buisleidingtransport dekleiding gasleiding grondleiding huisleiding hulpleiding

invalleiding kabelleiding leidingnet leidingsysteem leidingwater melkleiding

oliepijp persleiding pijp remleiding regenpijp ringleiding spruitleiding

voorleiding waterleiding waterleidingbedrijf waterleidingnet waterleidingsysteem wegleiding pijptransport

Vertalingen

    1. samenstel van pijpen om vloeistoffen of gassen door te leiden   

Deens: rørledning (da) g Duits: Rohrleitung (de) v Noors: rørledning (no) m v

Nynorsk: røyrleidning (nn) m Spaans: cañería (es) v, tubería (es) v

Gangbaarheid

• Het woord pijpleiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pijpleiding" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.