pijnstiller

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pijn·stil·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pijnstiller pijnstillers
verkleinwoord pijnstillertje pijnstillertjes

Zelfstandig naamwoord

de pijnstillerm

  1. (medisch) een middel dat de verschijnselen van een ziekte onderdrukt zonder de ziekte te genezen
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen