pigment

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pig·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘kleurstof’ voor het eerst aangetroffen in 1861 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pigment pigmenten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het pigmento

  1. een organische of minerale stof met een vaste kleur
    • Lapis lazuli is een kostbaar pigment. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
pigment pigments

Zelfstandig naamwoord

pigment

  1. pigment


Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  pigment     le pigment     pigments     les pigments  

Zelfstandig naamwoord

pigment m

  1. pigment