peuterpuberteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- peu·ter·pu·ber·teit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van peuter en puberteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peuterpuberteit | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de peuterpuberteit v
- fase waarin een peuter koppig en opstandig is zoals een puber
- meteen na de geboorte kwam hij in de peuterpuberteit
Gangbaarheid
- Het woord peuterpuberteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.