perste af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers·te af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afpersen

perste af

  1. enkelvoud verleden tijd van afpersen
    • Ik perste af. 
    • Jij perste af. 
    • Hij, zij, het perste af. 


Gangbaarheid