persoonsregister
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·soons·re·gis·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van persoon en register met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | persoonsregister | persoonsregisters |
verkleinwoord | persoonsregistertje | persoonsregistertjes |
Zelfstandig naamwoord
het persoonsregister o
- register van het bevolkingsbureau met gegevens betreffende personen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord persoonsregister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.