perelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pe·re·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | perelaar | perelaren perelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) Pyrus perenboom
- "Mama, wat staat papa daar in de tuin wild te foeteren onder de perelaar?"
"Ach, laat hem, lieverd. Het is vandaag 443 jaar geleden dat de Slag op de Mookerheide verloren ging. Papa is er nog steeds beroerd van." [2] - Toen ze naar buiten keken, zagen ze dat de oude boom in hun tuin ontworteld was. In de streek waaide het al een paar dagen bijzonder hard. De stam van de perelaar, die een omtrek van 4,2 meter had, bleek ook nog rot van binnen. [3]
- "Mama, wat staat papa daar in de tuin wild te foeteren onder de perelaar?"
- het hout van de perenboom
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord perelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "perelaar" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool Patrick Meershoek15 november 2017 Wild geraas over een fluwelen pofbroek
- ↑ Reformatorisch Dagblad 24-08-2004 Oudste perenboom van Scandinavië omgevallen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -laar in het Nederlands
- Invoegsel -e- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 34 %
- Prevalentie Vlaanderen 79 %