penthouse

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pent·house
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘dakwoning’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • samenstelling van  pent  en  house  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord penthouse penthouses
verkleinwoord penthouseje penthousejes

Zelfstandig naamwoord

het penthouseo

  1. (bouwkunde) appartement op de bovenste verdieping van een gebouw

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen