pasen

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Pasen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
pasar

pasen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pasar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pasar