parapsychologisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ra·psy·cho·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van parapsychologie met het achtervoegsel -isch
- afgeleid van psychologisch met het voorvoegsel para-
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | parapsychologisch | parapsychologischer | |
| verbogen | parapsychologische | parapsychologischere | |
| partitief | parapsychologisch | parapsychologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
parapsychologisch
- betreffende de parapsychologie, daartoe behorend
Gangbaarheid
- Het woord parapsychologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.