paraaf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·raaf
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘handtekening uit beginletters van naam’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afkomstig van het Franse: paraphe [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord paraaf parafen
verkleinwoord paraafje paraafjes

Zelfstandig naamwoord

de paraafm

  1. handtekening die alleen bestaat uit initialen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen