padezca

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
padecer

padezca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van padecer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van padecer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van padecer