paartijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- paar·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van paar ww en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paartijd | paartijden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de paartijd m
- (seksualiteit) tijd van paring bij dieren
- hoera, de paartijd is weer aangebroken
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord paartijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paartijd" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be