overwegend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  overwegend    (hulp, bestand)
• IPA: / ovərˈwexənt / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• over·we·gend

Werkwoord

vervoeging van:	overwegen
verbogen vorm:	overwegende

overwegend

1. onvoltooid deelwoord van overwegen

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	overwegend	overwegender	overwegendst
verbogen	overwegende	overwegendere	overwegendste
partitief	overwegends	overwegenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

overwegend

1. voor het grootste gedeelte

   • "Het lijkt er op dat de verdachte door het plegen van misdrijven in overwegende mate in zijn levensonderhoud voorziet."  
   • Voor Jet Volkering werkte het in ieder geval. Ze zit nu al anderhalf jaar op haar plek in de vestiging van Atlassian in Sydney. ,,Dat was niet vanzelfsprekend: ik kom uit een ander land en ben ook nog eens vrouw in een overwegende mannenwereld. Maar vanaf het begin heb ik me hier welkom gevoeld en kan ik helemaal mezelf zijn.”  

2. van iets dat het de doorslag geeft bij het maken van een beslissing; van iets dat het het zwaarst weegt bij het maken van een beslissing

   • Gevraagd naar het oordeel van de Raad van State zei de premier dat het advies weliswaar kritisch is, maar dat het kabinet 'overwegende reden ziet om door te gaan'.  

Synoniemen

• [1] voornamelijk, vooral, merendeels, hoofdzakelijk, grotendeels
• [2] doorslaggevend, beslissend

Vertalingen

    1. voor het grootste gedeelte   

Engels: overwhelmingly (en), mostly (en), chiefly (en), primarily (en), predominantly (en),

Gangbaarheid

• Het woord overwegend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overwegend" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.