overtreffen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·tref·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overtreffen
overtrof
overtroffen
klasse 3 volledig

Werkwoord

overtreffen

  1. overgankelijk een voorheen behaald niveau te boven gaan
    • Zij overtroffen daarmee een record dat lang standhield. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • de stoutste verwachtingen overtreffen
zo goed, dat kon niemand vermoeden
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be