overkom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·kom
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overkomen |
overkóm
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkomen
- Ik overkom.
- gebiedende wijs van overkomen
- Overkom!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkomen
- Overkom je?
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overkomen |
óverkom
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkomen
- ... dat ik óverkom.