overdekt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·dekt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van overdekken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van: | overdekken… |
verbogen vorm: | overdekte |
overdekt
- voltooid deelwoord van overdekken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overdekken |
overdekt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overdekken
- Jij overdekt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overdekken
- Hij overdekt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overdekken
- Overdekt!
vervoeging van: | overdekken… |
verbogen vorm: | overdekte |
overdekt
- voltooid deelwoord van overdekken
stellend | |
---|---|
onverbogen | overdekt |
verbogen | overdekte |
partitief | overdekts |
Bijvoeglijk naamwoord
overdekt
- Voorzien van een dak, niet in de buitenlucht
- Je kunt tennissen in een overdekte hal.
- voorzien van een natuurlijke bedekking
- ▸ We praatten de hele dag en hij leerde me hoe ik veilig een gevaarlijke sneeuwbrug over kon steken door mijn wandelstokken horizontaal te houden voor het geval de sneeuw onder me wegviel en ik in de overdekte ijsrivier terecht zou komen.[1]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord overdekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overdekt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voltooid deelwoord met alleen -t
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %