overbevise

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • o·ver·be·vi·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Noorse werkwoord bevise met het voorvoegsel over- en met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 4263
vervoeging
onbepaalde wijs overbevise
tegenwoordige tijd overbeviser
verleden tijd overbeviste
voltooid
deelwoord
overbevist
onvoltooid
deelwoord
overbevisende
lijdende vorm overbevises
gebiedende wijs overbevis
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

overbevise

  1. overgankelijk overtuigen
    «Vi greide til slutt å overbevise ham om at han tok feil.»
    Het lukte ons eindelijk om hem ervan te overtuigen dat hij zich vergiste.
Synoniemen