oudst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oudst (hulp, bestand)
- IPA: / ɑutst / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /ʌʊ̯tst/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɔʊ̯tst/
- (Limburg): /aʊ̯ds/
Woordafbreking
- oudst
Bijvoeglijk naamwoord
oudst
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van oud
- Deze bomen zijn het oudst.
Bijwoord
oudst
- als nadere bepaling bij een adjectief
- Dit zijn de oudst bekende overblijfselen.
Gangbaarheid
- Het woord oudst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.