oud geld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oud geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud geld | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het oud geld o
- een vermogen en/of bezittingen die al meerdere generaties in handen zijn van een rijke familie
- De verslaggever vroeg of het vermogen oud geld was.
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'oud geld' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.