osteon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • os·te·on
enkelvoud meervoud
naamwoord osteon osteonen
verkleinwoord osteontje osteontjes

Zelfstandig naamwoord

het osteono

  1. (biologie) een microscopische structuur van concentrische lagen gemineraliseerde collageenmatrix rond een kanaaltje met bloedvaten en zenuwvezels
    • Botten zijn opgebouwd uit vele osteonen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie