orthopedisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·tho·pe·disch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen orthopedisch orthopedischer
verbogen orthopedische orthopedischere
partitief orthopedisch orthopedischers -

Bijvoeglijk naamwoord

orthopedisch

  1. (medisch) met betrekking tot de behandeling van misvormingen van beenderen en gewrichten
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen