oriëntatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ori·en·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oriëntatie oriëntaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de oriëntatiev

  1. inlichting, voorlichting, introductie
  2. bepaling van de plaats waar men zich bevindt
  3. het georiënteerd zijn, gerichtheid (van de belangstelling, de aandacht etc.)
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen