opvreten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vre·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opvreten
vrat op
opgevreten
klasse 5 volledig

Werkwoord

opvreten

  1. (informeel) (pejoratief) gulzig opeten
     Een minder aardige gewoonte van deze kreeft is dat hij alles opvreet wat hij maar tegenkomt, en overal in graaft.[1]
Uitdrukkingen en gezegden

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 31 oktober 2022 Weblink bron
    Remco Daalder
    “Kreeft” (13 oktober 2022) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be