oplosbaarheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oplosbaarheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• op·los·baar·heid

Woordherkomst en -opbouw

• Ageleid van oplosbaar met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oplosbaarheid	oplosbaarheden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de oplosbaarheid v

1. (scheikunde) de hoeveelheid van een stof die maximaal in een gegeven hoeveelheid oplosmiddel oplost

   • De oplosbaarheid van een apolaire stof is groter in een apolair dan in een polair oplosmiddel en vice versa. 

Afgeleide begrippen

• oplosbaarheidscoëfficiënt, oplosbaarheidsfactor, oplosbaarheidsgraad, oplosbaarheidsproduct, oplosbaarheidstabel

Vertalingen

    1. de hoeveelheid van een stof die maximaal in een gegeven hoeveelheid oplosmiddel oplost   

Duits: Löslichkeit (de) v

Engels: solubility (en)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord oplosbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.