opent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • opent

Werkwoord

vervoeging van
openen

opent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openen
    • Jij opent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openen
    • Hij opent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van openen
    • Opent! 
     Die engel was mijn vrouw, met wie ik al 20 jaar samenleef, die altijd weer mijn ogen opent om dankbaar en tevreden te zijn met mijn leven.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia


Nynorsk

Woordafbreking
  • opent

Bijvoeglijk naamwoord

opent, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van open