openhartigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- open·har·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van openhartig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | openhartigheid | openhartigheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de openhartigheid v
- de mate van openhartig zijn
- Jij moet echt iets aan je openhartigheid doen, hoor.
Gangbaarheid
- Het woord openhartigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.