opeisen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ei·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opeisen
eiste op
opgeëist
zwak -t volledig

Werkwoord

opeisen

  1. overgankelijk eisen dat iets of iemand waarop men recht heeft, wordt overgegeven
    • Argentinië eist de Falklandeilanden op, die het Verenigd Koninkrijk toebehoren. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be