opblaasbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·blaas·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen opblaasbaar opblaasbaarder opblaasbaarst
verbogen opblaasbare opblaasbaardere opblaasbaarste
partitief opblaasbaars opblaasbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

opblaasbaar

  1. als iets door er lucht in te blazen zijn functionele vorm krijgt
    • Hoe krijg je na een botsing een gat in een scheepswand zo snel mogelijk dicht? Lekstopmiddelen, waarmee je thuis je lekkende dak kunt repareren zijn niet aan de orde, daarvoor is de ravage meestal te groot. Maar een opblaasbaar stopmiddel zou misschien wel een optie kunnen zijn! Zoals een airbag, die in opgeblazen vorm een gat kan dichten en zo voorkomt dat er water in het schip stroomt. [1] 


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Rijkert Knoppers NRC 2 juli 2014