ontvoering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontvoering ontvoeringen
verkleinwoord ontvoerinkje ontvoerinkjes

Zelfstandig naamwoord

de ontvoeringv

  1. het, tegen iemands zin, wederrechtelijk verplaatsen van een persoon
    • De term "ontvoering" wordt in het algemeen gebruikt wanneer de ontvoerder iemand onttrekt aan zijn vertrouwde milieu en wegvoert naar een onbekende plaats. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be