ontvangenis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontvangenis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·van·ge·nis
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ontvangen met het achtervoegsel -enis[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontvangenis | ontvangenissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ontvangenis v
- (biologie) bevruchting, en dan vooral in de combinatie van de onbevlekte ontvangenis van Maria die zonder geslachtelijke gemeenschap toch zwanger is geworden van Jezus Christus
- ‘Je hebt verschillende congregaties doorgelicht, je hebt priesters verwijderd, de Orde van Malta onthoofd, net als de franciscanen van de Onbevlekte Ontvangenis, je hebt kardinalen genegeerd... maar waar is jouw befaamde mededogen?’ Dat gebeurt op een zeer denigrerende toon, in het Romeinse dialect. De paus wordt aangesproken met A France’, oftewel ‘aan Franske’ - zoals iemand met de Italiaanse voornaam Francesco in de volksmond zou worden aangesproken. Waar dat intiem is voor vrienden, is het ronduit vulgair om een gezaghebbende figuur met een morele autoriteit als Franciscus zo te benaderen. [2]
- In 1864 werd er een standbeeld opgericht ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes bij de plaats van de verschijningen. Later werd een kapel gebouwd die al spoedig te klein werd en ging dienen als crypte voor de eerste basiliek, de Basiliek van de Onbevlekte Ontvangenis. [3]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord ontvangenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard DINSDAG 7 FEBRUARI 2017
- ↑ Tubantia 11-01-2017