ontologisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontologisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·to·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ontologisch | ontologischer | |
verbogen | ontologische | ontologischere | |
partitief | ontologisch | ontologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ontologisch
- betrekking hebbend op de ontologie
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ontologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.