ontmoet

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontmoet    (hulp, bestand)
• IPA: /ɔntˈmut/

Woordafbreking

• ont·moet

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van ontmoeten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
ontmoeten

ontmoet

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van ontmoeten
2. gebiedende wijs van ontmoeten

vervoeging van:	ontmoeten…
verbogen vorm:	ontmoete

ontmoet

1. voltooid deelwoord van ontmoeten

   ▸ Het bijzondere aan alleen reizen is dat je nieuwe mensen ontmoet. Thuis verkeerde ik meestal in mijn vertrouwde kringetjes.

Uitdrukkingen en gezegden

• Wie goed doet, goed ontmoet

als iemand zich naar anderen goed gedraagt, behandelen anderen diegene ook goed