ontdoping

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·do·ping
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontdoping ontdopingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ontdopingv

  1. het uitstappen uit de kerk met het schrappen uit het doopregister
    • Het afgelopen jaar hebben zo'n 2100 gelovigen bij het bisdom Antwerpen een aanvraag tot ontdoping ingediend. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid