ontcijferen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·cij·fe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontcijferen
ontcijferde
ontcijferd
zwak -d volledig

Werkwoord

ontcijferen

  1. overgankelijk qua betekenis duiden en begrijpen
    • Men heeft het Lineair A nog altijd niet kunnen ontcijferen. 
     Mijn gebarentaal was bijzonder slecht, hoewel men langzaam mijn hints leerde ontcijferen.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be