onoplosbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·op·los·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onoplosbaar onoplosbaarder onoplosbaarst
verbogen onoplosbare onoplosbaardere onoplosbaarste
partitief onoplosbaars onoplosbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

onoplosbaar

  1. niet in oplossing kunnen gaan
    • Er zijn vele zilverzouten die zo slecht oplosbaar zijn dat je kunt zeggen dat ze onoplosbaar zijn. 
  2. van een probleem of raadsel dat de oplossing niet gevonden is
    • Na vele jaren is van de onoplosbare moord toch de moordenaar bekend geworden. 
     Ja, dat was precies wat zijn en Louises probleem was. Schijnbaar onoplosbaar.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142