onevenredig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onevenredig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·even·re·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onevenredig | onevenrediger | onevenredigst |
verbogen | onevenredige | onevenredigere | onevenredigste |
partitief | onevenredigs | onevenredigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onevenredig
- effect dat niet passend is bij de grootte van de oorzaak
- Deze stad werd onevenredig zwaar getroffen door de aardbeving omdat de huizen veel te slecht waren gebouwd.
- ▸ Niet alleen racisme treft vooral het zwarte deel van de bevolking, ook de economische neergang als gevolg van de coronacrisis komt onevenredig hard aan in die bevolkinsgroep, zoals Obama constateert.[1]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord onevenredig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onevenredig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Theo Koelé“De maat is vol, Obama keert zich tegen zijn opvolger Trump” (4 juni 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be