ondiepte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·diep·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ondiepte ondiepten
ondieptes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ondiepte v

  1. (scheepvaart) een plek waar het water te weinig diepte heeft voor een veilige doorvaart
    • Het schip was op die verraderlijke ondiepte vastgelopen en stukgebroken. 
Antoniemen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be