onderwijskoepel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·wijs·koe·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onderwijs en koepel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderwijskoepel | onderwijskoepels |
verkleinwoord | onderwijskoepeltje | onderwijskoepeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de onderwijskoepel m
- (onderwijs) overkoepelende instelling voor het onderwijs bestaande uit meerdere scholen
- Minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA) laat een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de financiële misstanden bij onderwijskoepel Amarantis [1]
- (onderwijs) in Vlaanderen: onderwijsnet
Gangbaarheid
- Het woord onderwijskoepel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.