onderstromen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • on·der·stro·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderstromen
stroomde onder
ondergestroomd
zwak -d volledig

Werkwoord

ónderstromen

  1. ergatief door instromend water bedolven raken
    • Na de doorbraak was de polder in een paar uur geheel ondergestroomd. 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderstromen
onderstroomde
onderstroomd
zwak -d volledig

Werkwoord

onderstrómen

  1. overgankelijk (waterbeheer) onder een bouwsel een laag van bijvoorbeeld zand aanbrengen of verwijderen met stromend water
    • Gedurende de periode, waarin de elementen worden onderstroomd, moet de snelheid van de scheepvaart worden beperkt.[1] 

Zelfstandig naamwoord

de ónderstromenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord onderstroom

Gangbaarheid

Verwijzingen