onderricht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onderricht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·der·richt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van onderrichten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderricht | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het onderricht o
- (onderwijs) de voorziening van opleidingen of lessen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de voorziening van opleidingen of lessen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderrichten |
onderricht
- enkelvoud tegenwoordige tijd van onderrichten
- gebiedende wijs van onderrichten
vervoeging van: | onderrichten… |
verbogen vorm: | onderrichte |
onderricht
- voltooid deelwoord van onderrichten
Gangbaarheid
- Het woord onderricht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onderricht" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voltooid deelwoord gelijk aan stam (zonder ge- -t)
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %