onderkant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderkant onderkanten
verkleinwoord onderkantje onderkantjes

Zelfstandig naamwoord

de onderkantm

  1. de naar beneden gerichte zijde, de bodem
    • De onderkant was zwart geschilderd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

Voorzetsel

onderkant

  1. beneden, onder
    «Die oewer van die Dooie See is sowat 400 m onderkant seevlak.»
    De oever van de Dode Zee ligt zo'n 400 m beneden de zeespiegel.
enkelvoud meervoud
naamwoord onderkant onderkante

Zelfstandig naamwoord

onderkant

  1. onderkant
    «Die corpus spongiosum lê aan die onderkant
    Het corpus spongiosum ligt aan de onderkant.