ondergetekende

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·ge·te·ken·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ondergetekende ondergetekenden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ondergetekendev / m

  1. de persoon die een bericht ondertekend heeft, de schrijver
  2. (schertsend) in verwijzing naar zichzelf
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid