onbevattelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·vat·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbevattelijk onbevattelijker onbevattelijkst
verbogen onbevattelijke onbevattelijkere onbevattelijkste
partitief onbevattelijks onbevattelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

onbevattelijk

  1. van iets dat het niet te begrijpen is
     Wie heeft Hem verzonnen als Hij er niet is? Waarom is in u het vermoeden opgekomen dat er zo'n onbegrijpelijk wezen bestaat? Hoe zijt gij en hoe is de hele wereld tot de veronderstelling gekomen dat er zo'n onbevattelijk wezen bestaat, een almachtig, eeuwig en in al zijn eigenschappen oneindig wezen?.[1]
     Ook bij de verschillende partijen is met afschuw gereageerd op de aanval. ,,Opnieuw zo’n onmenselijke daad tegen de vrijheid”, zegt Kamerlid Bente Becker van regeringspartij VVD. ,,Onbevattelijk en hartverscheurend.”[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 februari 2022 Weblink bron “Rutte: ‘Gruwelijke terreurdaad, Frankrijk staat niet alleen in strijd tegen extremisme’” (29-10-2020), Tubantia