onbebouwd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

de kaart van Groningen waarbij grote delen van de stad nog onbebouwd zijn (zonder gebouwen)
Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·bouwd
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbebouwd onbebouwder onbebouwdst
verbogen onbebouwde onbebouwdere onbebouwdste
partitief onbebouwds onbebouwders -

Bijvoeglijk naamwoord

onbebouwd

  1. van een stuk land: zonder gebouwen
    • Zowel in Antwerpen als in Gent zijn veel onbebouwde percelen: gaten in huizenrijen, vergelijkbaar met het terrein in de Kerkstraat (maar zeker niet allemaal even groot). Op vraag van De Standaard telde de dienst stedenbouwkunde van Gent het aantal beschikbare percelen voor gesloten bebouwing in de stad. In juni 2016 ging het om meer dan 300 percelen. Het leeuwendeel daarvan, 80 procent, stond toen al minstens zes jaar leeg. In totaal zijn bijna 1.500 percelen in Gent niet bebouwd, en ook daarvan ligt 79 procent al jaren braak. [1] 
    • Voor zonnepanelen zijn er meer opties, te beginnen met de daken binnen de bebouwde kom. In de doelstelling voor 2030 heeft de gemeente opgenomen dat maximaal 30 procent van het voor zonne-energie geschikte dakopppervlak in de stad is benut. Daarnaast denkt de gemeente aan zonnepanelen op of boven onbebouwde locaties. Een voorbeeld zijn de parkeerplaatsen bij De Grolsch Veste en Go Planet. [2] 
  2. van een stuk land: nog niet geschikt gemaakt voor de landbouw
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Standaard DINSDAG 1 AUGUSTUS 2017
  2. Tubantia 16-02-2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be