omrekenen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·re·ke·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omrekenen
rekende om
omgerekend
zwak -d volledig

Werkwoord

omrekenen

  1. overgankelijk een bedrag in de ene muntsoort uitdrukken in de andere
    • Mensen hoeven geen guldens meer in franken om te rekenen. 
     Westerse landen hebben de afgelopen maanden meer dan 330 miljard dollar aan bezittingen van rijke Russen en de Russische centrale bank bevroren. Dat is omgerekend zo'n 314 miljard euro. Reden hiervan is de de Russische inval in Oekraïne.[1]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 juni 2022 Weblink bron “Ruim 330 miljard dollar aan Russische bezittingen bevroren sinds invasie” (29 juni 2022), NU.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be