olm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] Onderwateropname van de olm
Uitspraak
Woordafbreking
  • olm
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘iep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1276 [1] [2] [3] [4][5]
enkelvoud meervoud
naamwoord olm olmen
verkleinwoord olmpje olmpjes

Zelfstandig naamwoord

de olmm

  1. (plantkunde) een loofboom uit het geslacht Ulmus op Wikispecies van de iepenfamilie
    • De uil zat in de olmen, bij het vallen van de nacht en achter gindse heuvels, daar riep de koekoek zacht ...  
  2. (salamanders) Proteus anguinus op Wikispecies een salamander uit de familie olmachtigen (Proteidae)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen