olim

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  olim    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈolɪm / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• olim

Woordherkomst en -opbouw

• van Latijn olim

Bijwoord

olim

1. in het verleden

Synoniemen

• eertijds, voorheen, vroeger

Afgeleide begrippen

• olimsignatuur

Uitdrukkingen en gezegden

• de dagen van olim

het verre verleden

• In de dagen van olim toen de dieren nog spreken konden

heel lang geleden

• In de dagen van olim toen de kippetjes keurslijven droegen

heel lang geleden

Gangbaarheid

• Het woord olim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "olim" herkend door:

15 %	van de Nederlanders;
14 %	van de Vlamingen.

Latijn

Bijwoord

olim

1. ooit (eens)

Overerving en ontlening

• Nederlands: olim